Skip to main content
OCLC Support

Edities en herdrukken Oude Drukken

Edities en herdrukken Oude Drukken

Bij oude drukken worden 'herdrukken' anders behandeld dan bij moderner materiaal. Bij oude drukken spreekt men namelijk niet van herdrukken, maar worden drukken, uitgaven, en oplagen onderscheiden (zie de definities in Bijlage 3); de neutrale term is editie.

Elke afzonderlijke editie wordt bij oude drukken afzonderlijk beschreven (d.w.z. krijgt een eigen PPN). Identificatie van de editie volgt uit de verzamelde titel-, editie-, impressum- en collatiegegevens, en wordt waar mogelijk gepreciseerd en ondersteund door verwijzing naar standaardbibliografieën en door toevoeging van een vingerafdruk. Een titeluitgave wordt onder een apart PPN ingevoerd. Er kan een relatie worden gelegd naar de oorspronkelijke uitgave via kmc 4203 (of kmc 4243 als de titel gewijzigd is).

Bijzondere zorgvuldigheid is geboden wanneer een band meer dan één tekst bevat: er moet onderscheid worden gemaakt tussen verzameluitgaven (door de uitgever als eenheid gepubliceerd: één PPN) en convoluten (door een latere bezitter uit verschillende eenheden samengestelde verzamelbanden: meer dan één PPN). Het is mogelijk dat binnen exemplaren van een druk bijzondere toevoegingen zijn gedaan (vooral bindtechnisch gerealiseerd, bijv. errata, extra lofdichten, illustraties, vervallen katernen e.d.). Er is dan sprake van verschillende staten van een druk. Deze worden gezamenlijk onder één PPN beschreven.

Aangezien alle exemplaren van een druk (en de verschillende oplagen en uitgaven die daarvan eventueel deel uitmaken) dezelfde vingerafdruk hebben (uitzonderingen daargelaten), is voor de beslissing om al dan niet een aparte beschrijving te maken niet de vingerafdruk doorslaggevend, maar het antwoord op de vraag: gaat het om een exemplaar van een andere druk c.q. oplaag c.q. uitgave, of een van dezelfde? De functie van de vingerafdruk is: in combinatie met titelgegevens een zeker antwoord op deze vraag mogelijk te maken waar de titelgegevens alleen geen conclusie toelaten.

Voor Oude Drukken geldt:

  • Er worden geen afkortingen gebruikt.
  • De editievermelding wordt niet afgesplitst naar het editieveld als deze grammaticaal is verbonden met de titelgegevens (kmc 4000)
  • Er worden geen editiegegevens tussen vierkante haakjes opgenomen. Aanvullende gegevens uit de publicatie zelf of uit secundaire bron, worden in een annotatie verwerkt (kmc 4201).